Irfan Abas

Kaakverbreding C.Q. verhoging voor implantatie- Sinusbodemelevatie via laterale opening

Ten behoeve van het plaatsen van een implantaat kan het nodig zijn de kaak te verbreden of te verhogen. In de zijdelingse delen van de bovenkaak kan door pneumatisatie van de sinus maxillaris ook een kaakholteophoging noodzakelijk zijn, alvorens de implantaten geplaatst kunnen worden in voldoende hoog bot. Hierbij wordt het membraan van Schneider van de sinusbodem losgemaakt en naar coronaal verplaatst, zodat er een gedeeltelijk lege ruimte tussen sinusbodem en membraan ontstaat: de zogenaamde sinusbodemelevatie. Deze holte kan gevuld worden met botpartikels zodat er bot in de sinusholte kan groeien. Het omhoogbrengen van dit membraan kan op twee manieren worden uitgevoerd: via een laterale opening of via een crestale benadering. Middels een tweetal casus zal ik twee technieken laten zien om een laterale opening te verkrijgen waarna het membraan van Schneider met een minimum aan risico op beschadiging omhooggebracht kan worden.

Dentale implantologie is een goede behandelmethode om verloren gegane elementen te vervangen door nieuwe kunstwortels, het tandheelkundig implantaat, en deze na een genezingstijd (osseoïntegratie) te voorzien van een opbouw en kroon. Door de afwezigheid van een tand of kies treedt veelal resorptie van het alveolaire bot op. Hierdoor kan soms ten behoeve van voldoende botvolume voor implantatie een kaakverbreding of -verhoging nodig zijn. In de zijdelingse delen van de bovenkaak bevindt zich boven de radices van gemiddeld de eerste of tweede premolaar tot de tweede molaar de sinus maxillaris. Dit is een anatomische structuur die verbonden is met de neusholte en een mogelijke functie heeft met de resonantie van de stem, verbinding heeft met de reukorganen en de schedel verlicht.1 In de sinus maxillaris bevindt zich een vlies, genaamd het membraan van Schneider. Als een element in deze regio door de tandarts wordt verwijderd, kan de kaak in hoogte slinken terwijl de sinus maxillaris kan uitbreiden naar caudaal. Dit wordt de pneumatisatie van de sinus genoemd. In de situatie dat er minder dan 5 mm alveolair bot onder de sinus maxillaris aanwezig is, voert de tandarts-implantoloog een sinusbodemelevatie uit. Dit houdt in dat de implantoloog enkel een perforatie door het alveolaire bot maakt tot hij bij het membraan van Schneider geraakt, om vervolgens met behulp van sinusliftinstrumenten (kleine, schepvormige instrumenten die zowel snijdend als niet-snijdend kunnen zijn, met een diameter variërend van 3 tot 10 mm), het membraan los te maken van de binnenzijde van de sinus en dit omhoog te brengen. Hierdoor ontstaat onder het omhooggebrachte membraan een lege ruimte die de implantoloog kan vullen met botpartikels van autogene, xenogene of allogene oorsprong óf een combinatie daarvan, om hierin nieuw bot te laten groeien. De perforatie kan zowel lateraal als crestaal gemaakt worden. De laterale techniek is de oudste methode, de crestale methode behoort tot de modernere technieken. De crestale methode heeft als voordeel dat doorgaans door de crestale openingen direct ook het implantaat geplaatst kan worden. De patiënt dient hiervoor een brede kaak te hebben, omdat het uitvoeren van een crestale lift door een kleine opening lastig kan zijn. Een lateraal luik heeft bij smalle kaken het voordeel dat na de kaakholte-ophoging een implantaat van een kleinere diameter geplaatst kan worden waarbij de behandelaar beter zicht heeft op zijn verrichtingen. In dit artikel zal ik me hierna richten op de laterale opening voor de sinusbodemelevatie.

recente
publicaties

Tandarts
Irfan Abas

Complicatie na ’socketpreservation’ met PTFA-Membraan - Compromis­behandeling om defect te herstellen

Na een moeizame extractie van de 46 leidt een poging tot behoud van de processus alveolaris met een PTFE-membraan tot een flinke complicatie. Na verwijdering van het membraan blijkt dat er een groot botdefect is ontstaan. Door pre-implantologische chirurgie en nadien implantaatplaatsing is de situatie nog enigszins hersteld. Verslag van een compromisbehandeling.

Tandarts
Irfan Abas

Protocollair werken geeft resultaat! (DEEL 3) - Immediate delayed implanteren

Het vervangen van een of meer bovenfrontelementen is een ingrijpende behandeling voor zowel patiënt als implantoloog. Vanuit de orale implantologie bestaan hiervoor geen duidelijke richtlijnen. Ik probeer deze behandeling volgens een eigen protocol uit te voeren. Na eerdere artikelen over immediaat implanteren in de esthetische zone én implanteren in een geresorbeerde kaak, is dit deel 3: immediate delayed implanteren met het oplossen van een complicatie.

Tandarts
Irfan Abas

Implantaatplaatsing in de esthetische zone (DEEL 2) - Immediate fronttandvervanging én directe belasting

Het vervangen van een voortand door een kroon op implantaat is een ingrijpende behandeling voor de patiënt en een uitdagende voor de implantoloog. Als tot deze ingreep wordt besloten, en tand en radix dus nog niet verwijderd zijn, is dit voor een algemeen practicus het beste moment om de patiënt naar de implantoloog te verwijzen. Om tot een voorspelbaar en esthetisch resultaat te komen, kan deze aan de hand van een protocol de juiste wijze van behandelen opstellen. Middels een vierluik wil ik vier veelvoorkomende gevallen van implantologie in de esthetische zone op een rij zetten en toelichten hoe deze protocollair te behandelen. Na ‘Implanteren in de geresorbeerde kaak’’ in TP september 2019, is dit het tweede artikel.