Externe cervicale resorptie: element altijd verloren?
Door (licht) trauma of orthodontische behandeling kan externe cervicale resorptie optreden. Vaak aan de voortanden. Doordat deze laesies tot diep binnen in het element én de ‘entrees’ meestal tot ver onder de gingiva gaan, wordt soms te snel tot extractie overgegaan. Middels twee casussen wil ik laten zien dat deze elementen met een chirurgisch-restauratieve behandeling in één zitting behandeld en behouden kunnen worden.
Een gebitselement kan verloren gaan door een plaquegerelateerd ziekteverloop, zoals cariës en parodontitis. Door inspanningen van de beroepsgroep en de overheid, waarbij veel nadruk wordt gelegd op preventieve tandheelkunde, nemen de eerdergenoemde ziektebeelden gelukkig af, met name bij de jongere bevolking. Een niet-plaquegerelateerde oorzaak van gebitsproblematiek is trauma aan de dentitie. Hierbij kunnen beschadigingen van het glazuur en dentine optreden bij verplaatsing van de radix binnen de tandkas (luxatie), of het geheel uit de alveole komen van de radix (avulsie). In het geval van een licht trauma, zoals een subluxatie, wat het geval is als de radix in de tandkas bewogen is zonder dat deze significant is verplaatst, kan de schade in eerst instantie meevallen. Op termijn kan zich echter wel externe cervicale resorptie ontwikkelen. Dit is een niet-cariologisch fenomeen, waarbij mogelijk vanwege het trauma langs de cervicale rand wortelresorptie optreedt die zich ontwikkelt in apicale, coronale en pulpale richting. Door beschadiging van het wortelcement, dat de radix moet beschermen tegen osteoclasten uit het alveolair bot, hebben osteoclasten en macrofagen direct toegang tot het worteldentine.1 Andere oorzaken van externe cervicale resorptie kunnen zijn: orthodontische behandeling, anatomische defecten zoals dens invaginatus, en traumatische occlusie. Als de tandarts of de patiënt de resorptie tijdig signaleert, kan het element behandeld worden en daarmee behouden blijven. Het is daarom verstandig om hierop te letten tijdens elk periodiek preventief onderzoek. De herkenning is hierbij van belang. Externe cervicale resorptie kenmerkt zich door een rossige/rode doorschemering langs de cervicale rand van een gebitselement, in het Engels beschreven als een ‘pink spot’, die zich zowel aan labiobuccale als linguopalatale zijde kan manifesteren. Uit onderzoek van Mavridou uit 20172 komt de externe cervicale resorptie het meeste voor bij centrale incisieven (29%), cuspidaten (14%) en mandibulaire molaren (14%), maar in principe kan elk gebitselement hierdoor zijn aangedaan. Op de periapicale of bitewing röntgenopnames is deze te herkennen als een radiolucentie langs de hals, die in principe te dicht op het alveolair bot zit voor een carieuze laesie. In dit artikel zal ik een tweetal casussen laten zien die ik behandeld heb middels een chirurgisch-restauratieve benadering met een aantal jaren follow-up.
recente
publicaties
Voorspelbare prothetiek
Om de zachte weefsels rondom een implantaat zo goed als mogelijk dezelfde vorm te laten behouden als het tandvlees rond de oorspronkelijke tand, moet zowel het cervicale tandvleesprofiel als het emergence profile correct zijn. In de kritieke esthetische zone doen we dit door te werken met een tijdelijke kroon op het implantaat. Vanwege de kosten wordt dit vaak achterwege gelaten bij de (pre)molaren. Als we echter voorspelbare en esthetische prothetiek willen vervaardigen, is dit wél nodig. Middels deze casus wil ik laten zien dat dit ook op een makkelijke manier gerealiseerd kan worden.
Kaakverbreding C.Q. verhoging voor implantatie- Sinusbodemelevatie via laterale opening
Ten behoeve van het plaatsen van een implantaat kan het nodig zijn de kaak te verbreden of te verhogen. In de zijdelingse delen van de bovenkaak kan door pneumatisatie van de sinus maxillaris ook een kaakholteophoging noodzakelijk zijn, alvorens de implantaten geplaatst kunnen worden in voldoende hoog bot. Hierbij wordt het membraan van Schneider van de sinusbodem losgemaakt en naar coronaal verplaatst, zodat er een gedeeltelijk lege ruimte tussen sinusbodem en membraan ontstaat: de zogenaamde sinusbodemelevatie. Deze holte kan gevuld worden met botpartikels zodat er bot in de sinusholte kan groeien. Het omhoogbrengen van dit membraan kan op twee manieren worden uitgevoerd: via een laterale opening of via een crestale benadering. Middels een tweetal casus zal ik twee technieken laten zien om een laterale opening te verkrijgen waarna het membraan van Schneider met een minimum aan risico op beschadiging omhooggebracht kan worden.
Immediate implantaatplaatsing in de zijdelinge delen na extractie - Osseodensificatie van de osteotomie in de extractiealveole
Een van de uitdagingen van implantaatreconstructies is het behouden van de harde en zachte weefsels, dan wel het reconstrueren hiervan. Het plaatsen van een implantaat direct na extractie met botaugmentatie in de extractiealveole, is een methode van behoud waarbij de initiële stabiliteit van het implantaat essentieel is. In deze casus beschrijf ik hoe je in een lastige extractiealveole door middel van densificatie van de osteotomie een hoge initiële stabiliteit en ISQ-waarde kan bereiken.